Wil je onze partner worden?
Help ons bij de groei van de productie van hernieuwbare energie in Nederland
Met steeds meer windenergiecapaciteit in de Benelux, zowel op zee (offshore) als op land (onshore), is windenergie een steeds belangrijkere energiebron. RWE levert met haar windparken op land een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse energietransitie.
RWE heeft in Nederland momenteel een portfolio van bijna 400 megawatt (MW) aan opgesteld vermogen op land staan. Deze windparken zijn in eigen beheer ontwikkeld en gebouwd. Ook worden ze door de eigen lokale organisatie en eigen personeel geëxploiteerd en onderhouden. In deze 10 windparken zitten kleine en grotere windturbines met vermogens variërend van minder dan 1 MW tot maximaal 7,5 MW per windturbine. De windparken produceren duurzame energie vergelijkbaar met het verbruik van 370.000 huishoudens.
Windenergie essentieel in de energietransitie
Windturbines zijn één van de meest effectieve én rendabele manieren om energie duurzaam te produceren. Daarom is windenergie een belangrijk onderdeel in de energietransitie. Zeker ook in Nederland.
Windparken op land in bedrijf
Totaal opgesteld vermogen
Projecten in ontwikkeling en aanbouw
RWE gebruikt zijn ervaring ook voor internationale projecten en deelt zijn bevindingen met partners uit de wetenschap en het bedrijfsleven in innovatieve projecten. Zoals bij de bouw en exploitatie van windturbines op de dijk in Noord-Groningen.
Ook is RWE initiator van het onderzoek waarbij een van de bladen van een windturbine gedeeltelijk zwart wordt geschilderd. Uit dit onderzoek moet onder andere blijken of het zwart schilderen van een windturbineblad helpt om het aantal vogelaanvaringen te verminderen.
Dit onderzoek past perfect bij de duurzaamheidsstrategie van RWE om met innovaties te zoeken naar de beste manier om windenergie op te wekken.
Het plaatsen van windturbines heeft invloed op de omgeving. Windturbines moeten veilig zijn, zo weinig mogelijk overlast veroorzaken voor omwonenden en zo min mogelijk schade toebrengen aan dieren en planten. Een onafhankelijk onderzoeksbureau onderzoekt wat de effecten van de windturbines zijn voor het milieu en de omgeving. Zo wordt onder andere onderzocht of de windturbines voldoen aan de wettelijke normen. Ook wordt onderzocht hoeveel slagschaduw de windturbines veroorzaken en of er maatregelen getroffen moeten worden om de slagschaduw te verminderen. Andere aspecten die onderzocht worden zijn onder anderen: externe veiligheid, luchtkwaliteit, bodemkwaliteit, archeologie en cultuurhistorie, waterhuishouding, flora en fauna en radarverstoring. De resultaten van de onderzoeken worden beschreven in de Milieueffectrapportage (MER).
De plaatsing van grote turbines heeft invloed op het plaatselijk landschapsbeeld. In de ontwikkelfase wordt gekeken hoe de windturbines het best in het landschap kunnen worden ingepland. Dit wordt met visualisaties ondersteund.
Draaiende windturbines maken geluid, wat storend kan zijn. De geluidsbeleving hangt onder andere af van het type turbine en achtergrondgeluid. Er zijn regels om geluidsoverlast te beperken (het Activiteitenbesluit) die niet mogen worden overschreden.
Rekening houdend met de wettelijke voorschriften voor geluidsnormen worden de geluidcontouren inzichtelijk gemaakt en hoe deze effect hebben op de omgeving.
Slagschaduw is de bewegende schaduw van een windturbine, veroorzaakt door de zon op de draaiende rotor. Dit kan hinderlijk zijn. De flikkering, het contrast, en hoelang je eraan blootgesteld wordt, bepalen de mate van hinder. Om binnen de wettelijke normen voor slagschaduw te kunnen blijven worden turbines soms automatisch stilgezet als dit noodzakelijk is.
Bij de plaatsing van windturbines is veiligheid belangrijk. De kans op ongelukken is klein door strenge veiligheidseisen. Mogelijke risico’s zijn mastbreuk of afbrekende delen. In de MER wordt een risicoanalyse gemaakt waarbij alle risico’s van het windpark in beeld worden gebracht. Ook de risico’s met betrekking tot de ligging van kwetsbare infrastructuur (bijv. buisleidingen) wordt hierin meegenomen.
Of een windpark samen kan gaan met de natuur wordt voorafgaand aan een initiatief onderzocht. Hierbij wordt vooral gekeken naar invloed op vogels en vleermuizen, maar ook andere flora en fauna. Daarna is er een vervolgonderzoek door een specialistisch bureau dat jaarrond waarnemingen doet en de natuurtoets voorbereidt. Deze toets baseert zich op de Wet natuurbescherming en Natuurbeleid en beoordeelt de impact van de bouw en het gebruik van de windturbines op:
De toets bepaalt of de bouw en exploitatie van de turbines beschermde soorten te veel schaadt. Als dat zo is, wordt gekeken of wel toestemming kan worden verleend, eventueel met voorwaarden, of dat maatregelen of compensatie nodig zijn. Als er geen negatieve effecten worden verwacht, is verdere toetsing niet nodig.
Ongeveer driekwart van de Nederlanders is voorstander van windenergie. Maar wanneer een windpark in de buurt komt, daalt de bereidheid om het windpark te accepteren meestal. Dat heeft deels te maken met hoe de omgeving wordt betrokken in het proces. Daarom heeft de windenergiebranche een gedragscode opgesteld. Deze ‘Gedragscode Acceptatie & Participatie Windenergie op land’ is bedoeld om goede afspraken te maken over hoe de omgeving wordt betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe windparken. RWE onderschrijft deze gedragscode van harte.
Bekijk hier de gedragscode en de bijbehorende klachtenregeling.