Locatie centrale |
Geertruidenberg, Nederland |
Type centrale |
Biomassa-, steenkoolcentrale |
Ingebruikname |
1993 |
Brandstof |
Biomassa (80%), Steenkool (20%) massabasis |
Vermogen (netto) |
600 MW elektriciteit, warmteproductie van 350 MW |
Rookgasreiniging |
Elektrostatische filters, denitrificatie en rookgasontzwavelingsinstallatie |
Elektriciteit en warmte
Steenkool en gas waren lange tijd de belangrijkste brandstoffen voor de centrales op deze locatie. De huidige centrale, eenheid 9, is sinds 1993 in bedrijf en produceert elektriciteit en warmte. Steenkool is inmiddels grotendeels vervangen door duurzame biomassa.
De eenheid heeft voldoende vermogen om elektriciteit te produceren voor ongeveer een miljoen huishoudens. De warmte die in dezelfde eenheid wordt geproduceerd, wordt in de Plukmadesepolder in Drimmelen gebruikt voor het verwarmen van kassen en in Geertruidenberg en wijken van Breda en Tilburg voor stadsverwarming. Sinds mei 2018 beschikt de Amercentrale ook over een zonnepark.
Van steenkool naar biomassa
Al sinds de jaren negentig van de vorige eeuw worden uiteenlopende soorten biomassa op de Amercentrale getest en gebruikt. Toen nog in de beide eenheden 8 en 9. Eind 2020 werd een geheel nieuwe biomassa logistiek volledig in gebruik genomen, met afgesloten transportbanden. Daardoor is het mogelijk geworden de eenheid vrijwel volledig over te schakelen naar biomassa.
De biomassa komt binnen in de vorm van houtpellets (samengeperst zaagsel) en wordt aangevoerd met binnenvaartschepen. Voor de verwerking van de houtpellets beschikt de Amercentrale over een speciale biomassa-loskade waar de biomassa in verschillende silo’s kan worden opgeslagen. Op de kade staan twee scheepsontladers die als ware het stofzuigers de pellets uit het ruim zuigen en via een transportband naar de silo’s vervoeren.
Vanuit de silo’s kunnen de pellets op twee manieren verder worden getransporteerd: via gesloten transportbanden of via een pneumatisch systeem (als buizenpost).
Producten en bijproducten
Bij het verbrandingsproces in de ketel ontstaan asbrokjes die zich op de bodem van de ketel verzamelen. Deze zogeheten bodemas wordt gedroogd en als fundatie laag onder bijvoorbeeld snelwegen of sportvelden gebruikt.
De lichtere deeltjes as die richting de schoorsteen gaan, worden elektrostatisch afgevangen en verzameld. Deze zogeheten vliegas heeft cementachtige eigenschappen en wordt daarom in de beton- en cementindustrie gebruikt ter vervanging van de delfstof cement.
Een laatste natte reiniging van de rookgassen met behulp van kalksteen en water verwijdert de zwaveldioxide waarbij het uiterst zuivere gips wordt gevormd. Dit zogeheten rookgasontzwavelingsgips (ro-gips) wordt bijvoorbeeld verwerkt in gipsplaten.
De centrale produceert dus met de brandstoffen biomassa en steenkool de producten elektriciteit en warmte, met als bijproducten bodemas, vliegas en gips.