Begin februari heeft RWE op grond van het Energy Charter Treaty een verzoek tot arbitrage ingediend bij het ICSID in Washington. Roger Miesen, CEO van RWE Generation, heeft de argumenten voor dit verzoek vandaag toegelicht aan de Kamercommissie voor Economische Zaken en Klimaat. In 2019 heeft het Parlement een wet aangenomen die het gebruik van steenkool voor het opwekken van elektriciteit vanaf uiterlijk 2030 verbiedt. Er is echter geen compensatie voorzien voor deze inmenging in de eigendommen van getroffen bedrijven. RWE heeft zich hiertegen verzet en zal haar claim binnenkort ook voorleggen aan de Nederlandse rechter.
In 2015 is de Eemshavencentrale, die destijds met steun van de Nederlandse overheid werd gebouwd, in bedrijf gegaan. RWE investeerde meer dan 3 miljard euro in de centrale. Vanwege de wet op uitfasering van steenkool en het feit dat inzet van biogrondstoffen als vervangende brandstof zonder subsidie economisch niet rendabel is, zal RWE de Eemshavencentrale vanaf 2030 niet meer rendabel kunnen exploiteren. Roger Miesen: "Tijdens het wetgevingsproces hebben we verschillende keren aangeboden om samen een oplossing te vinden die zowel voor de Nederlandse overheid als voor ons bedrijf geschikt is. Als de Nederlandse regering met voorstellen komt, zijn wij altijd bereid om daar naar te kijken." In andere landen, zoals Duitsland, heeft het parlement compensatie toegekend aan de getroffen bedrijven, op basis van de aanbevelingen van een onafhankelijke commissie.
Als een van 's werelds toonaangevende bedrijven op het gebied van hernieuwbare energie, investeert RWE op grote schaal in wind- en zonne-energieprojecten om de energietransitie te versnellen. Met investeringen van netto 5 miljard euro wil RWE de portefeuille hernieuwbare energie uitbreiden tot meer dan 13 gigawatt eind 2022. Het bedrijf richt zich ook op waterstofprojecten en energieopslag. Tegelijkertijd vermindert RWE consequent zijn CO2-uitstoot met een duidelijk doel: tegen 2040 CO2-neutraal zijn.
